Schroevendraaier 0000.0011

 

        Literatuur

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin "Schroevendraaier": blz. 411

- Janse, H., Van aaks tot zwei. Historische handgereedschappen in de Nederlandse en Vlaamse bouwwereld. Deel in de serie 'Restauratievademecum, RV-bijdrage', nr 19. Trefwoord: 'gereedschap'. Zeist (RDMZ), 's-Gravenhage (SDU Uitgevers). [192 blz. ISBN 90.12.08675.2]. Hierin "Schroevendraaier": blz. 90

- Zwiers, L., Bouwkundig Woordenboek. Tweede deel: L-Z. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [613 blz. ISBN -]. Hierin "Schroevedraaier": blz. 336 ("Gereedschap in den vorm van een smallen, aan weerszijden aangeslepen beitel, waarmede met houtschroeven aandraait. Men plaatst daartoe het scherpe ondereinde van den S. in de gleuf van den schroefkop. Het hecht is van twee platte kanten voorzien, ten einde het door de hand glijden te vookomen" - dit is de relevante tekst volledig)

- Hogervorst, P., Gereedschapsleer voor Meubelmakers. Rotterdam, 's-Gravenhage (Nijgh & Van Ditmar), 1951. [55 blz. ISBN -]. Hierin "Schroevedraaiers": blz. 45-46

- Plas, Rob van der, Zó onderhoud ik mijn fiets. Deel in de serie 'Prisma', nr 2001. Utrecht & Antwerpen (Spectrum), 19822e druk. [212 blz. ISBN 90.274.1134.4]. Hierin "Schroevedraaiers": blz. 27, 28 ("Kruiskopschroevedraaier")

- Fokker, J. & P.J.M. Muller, Materialen en gereedschappen voor handenarbeid. Purmerend (Muusses), 1963voorwoord. [111 blz. ISBN -]. Hierin "Schroevedraaiers": blz. 46